Het Cubaanse straatjochie Carlos, bijgenaamd Yuli, houdt breakdance wedstrijden met
kinderen uit de buurt. Tot onvrede van zijn vader, Pedro, die hem liever naar balletschool
stuurt. Maar Yuli vindt ballet verwijfd en wil liever voetballer worden. Ondanks hevig verzet
doet hij auditie voor een balletschool waar zijn talent direct op valt bij lerares Chery. En
hoewel hij met tegenzin aan vaders wensen voldoet, blijft Pedro hem jarenlang
aanmoedigen: Yuli’s toekomst zit echt in dans.
De rest is ballet geschiedenis. Maar u hoeft geen fan te zijn van Carlos Acosta, een van de
beste balletdansers van zijn generatie, de eerste zwarte danser die Romeo danste, die vaak
in een adem genoemd wordt met Noerejev en Baryshnikov. U hoeft zelfs niet van hem
gehoord te hebben.
Natuurlijk, dans is een groot gegeven in de kleurrijke biopic ‘Yuli’; het fungeert welhaast als
een volwaardig personage. Maar het indrukwekkende zwaartepunt van de film, gebaseerd
op de memoires van Acosta zelf, ligt in de relatie van de jonge Yuli met zijn liefhebbende
maar soms ook hartvochtige vader, de inspirerende en drijvende kracht in Carlos Acosta’s
leven.






Ofschoon Dalva twaalf is, kleedt ze zich, draagt ze make-up en leidt ze haar leven alsof ze een volwassen vrouw is. Op een zekere avond wordt ze meegenomen uit haar vaders huis. Aanvankelijk is ze met stomheid geslagen en woedend om de situatie. Later maakt ze kennis met een sociaal werker, en een tiener die kampt met woedeaanvallen. Een nieuw leven lijkt aan te vangen voor Dalva: een leven passend bij haar leeftijd.