Céline Sciamma neemt ons mee naar een eilandje voor de Bretonse kust in het jaar
1770.
Marianne heeft de opdracht gekregen om een portret te schilderen van Héloïse, de
dochter van een barones, zodat zij kan worden gekeurd en gehuwd door een
vermogende heer in Milaan. Net als haar zus, die de eerste gegadigde was voor
uithuwelijking, maar een rigoureus einde verkoos, weigert Héloïse zich te laten
schilderen. Marianne, moet zich aan Héloïse voordoen als gezelschapsdame, haar te
vergezellen en te observeren tijdens wandelingen over het eiland. Het schilderwerk
dient heimelijk te gebeuren, uit het hoofd. Die list slaagt slechts ten dele, maar
Héloïse en Marianne, verliezen zich, na eerst een voorzichtig aftasten, volledig in
elkaar.
Portrait de la jeune fille en feu gaat, zoals Sciamma zelf betoogde, over de diepe
melancholie en intensiteit van een bij voorbaat tijdelijke liefde. Sciamma is er
meesterlijk in geslaagd elke blik en iedere dialoog tussen de twee elkaar aftastende
vrouwen te voorzien van dubbele lagen en diepere betekenissen.






Ofschoon Dalva twaalf is, kleedt ze zich, draagt ze make-up en leidt ze haar leven alsof ze een volwassen vrouw is. Op een zekere avond wordt ze meegenomen uit haar vaders huis. Aanvankelijk is ze met stomheid geslagen en woedend om de situatie. Later maakt ze kennis met een sociaal werker, en een tiener die kampt met woedeaanvallen. Een nieuw leven lijkt aan te vangen voor Dalva: een leven passend bij haar leeftijd.


