Zoals in elke film van Anderson (Boogie Nights, Magnolia, There Will Be Blood)
schetst hij een vorm van een vader zoon relatie. Hier zijn het de WO II-veteraan
Freddie Quell en de charismatische leider Lancaster Dodd.

Het is 1950 en Freddie Quell houdt zich, op een eiland in de Stille Oceaan waar hij
is gestrand, staande met behulp van zelf gebrouwen alcoholische dranken, maar
hij glijdt toch steeds verder af. Dan ontmoet hij Lancaster Dodd, de leider van
de zelfhulpreligie The Cause. Dodd ontfermt zich over Freddie en zo ontstaat de
afhankelijkheidsrelatie. Dodd noemt Freddie zijn 'proefkonijn en protegé. Freddie, die
wanhopig op zoek is naar de zin van zijn leven en Dodd die zijn “zegenrijke” werk
kan doen, houden elkaar in een greep. Dodd wordt op den duur net zo afhankelijk
van Freddie als omgekeerd.

Van Hoffman, hier in de rol van Dodd zijn we magistraal spel gewend, maar hier
wordt hij de loef afgestoken door Phoenix als Freddie Quell.
Anderson maakte met The Master een film, die wel verwijst naar de Scientology
beweging, maar zijn film gaat veeleer over afhankelijkheid en macht.